‘Wint Kabelnoord de tender, dan blijft het geld in Friesland’
‘Als wij niet meedoen, worden we echt een achtergebleven gebied’
Op 3 oktober beslist de provincie Fryslân welke partij glasvezel mag aanleggen voor de 20.600 ‘witte adressen’ in het buitengebied. Anja Rombout en Jaap Bosma van DFMopGlas hopen dat de keuze valt op Kabelnoord. Oók omdat dan hun droom, óók meteen glasvezel voor dik 20.000 adressen in de ‘grijze gebieden’, kan uitkomen. En uiteindelijk heel Fryslân wordt voorzien van echt snel internet.
Anja Rombout en Jaap Bosma zijn medeoprichters van DFMopGlas. Al twee jaar zijn zij meer dan fulltime onbezoldigd bezig om de Fryske mienskip voor te lichten over het belang van glasvezel. Het begon in hun eigen gemeente, De Fryske Marren, maar inmiddels zijn de ambities bijgesteld en staat het ‘DFM’ in de naam niet langer voor die gemeente, maar voor ‘De Fryske Mienskip’. “Glasvezel zou net als gas, water en licht een nutsvoorziening moeten zijn”, zegt Anja. “Het kan er voor zorgen dat Fryslân niet buiten de boot valt. De afgelopen jaren hebben wij waar zendelingswerk verricht. Samen met plaatselijke belangen, dorpsraden en dergelijke willen we nu van onderaf steun vinden voor de aanleg van glasvezel. Eerst in de gebieden waar nu al sprake is van traag internet, daarna in de rest van de provincie”.
De provincie beslist op 3 oktober overigens alleen over de 20.600 adressen in de ‘witte gebieden’. Dat zijn adressen waar alleen nog maar traag internet is. Kabelnoord is een van de kandidaten om dat aan te leggen. Jaap Bosma hoopt dat dat bedrijf de zogenaamde ‘tender’ wint. “Niet alleen omdat wij willen aansluiten op het glasvezelnet dat Kabelnoord gaat aanleggen. Maar ook omdat het eigendom is van de Friese gemeenten, dus van de Friese bevolking. Als KPN de tender wint, gaat de winst rechtstreeks naar Den Haag. Als Ziggo wint, naar Colorado. Maar wint Kabelnoord, dan blijft het geld in Friesland. En datzelfde geldt voor de ‘grijze gebieden’ die DFMopGlas wil aansluiten, want wij zijn een coöperatie en de mensen die zich bij ons aansluiten worden lid en dus mede-eigenaar. Bij Kabelnoord en ons beslissen Friezen dus over de tarieven en de winst. Om even een idee te geven: als voor het doorgeven van de signalen 14 euro per maand moet worden betaald en het gaat over 50.000 adressen, dan heb je het over 15 miljoen euro per jaar die ook in de Friese economie gepompt kan worden.”
Kabelnoord en DFMopGlas trekken sinds oktober vorig jaar samen op. Jaap: “Wij willen graag aansluiten op het netwerk dat zij gaan aanleggen voor de ‘witte aansluitingen’. Dat bespaart aanzienlijke kosten, want dan hoeft er maar een keer een geul te worden gegraven. En zij hebben gezien dat wij in De Fryske Marren heel voortvarend bezig zijn gegaan met het krijgen van voldoende draagvlak van onderop. Want dat is hoe het met glasvezel gaat: pas als 50 procent van de adressen in een gebied het zelf wil, wordt het aangelegd. Samen met de vele plaatselijke initiatieven die er al zijn, slagen wij er goed in dat draagvlak voor elkaar te krijgen.”
Als het aan Anja Rombout en Jaap Bosma ligt, wordt er binnen zes maanden nadat de provincie een beslissing heeft genomen in elk geval begonnen in De Fryske Marren. “Oók in De Fryske Marren”, corrigeert Anja. “Want de hele eerste fase moet in drie jaar zijn afgerond en dan moet je op meerdere plekken tegelijk beginnen. Waarom in De Fryske Marren? Omdat daar de gemeente ons een lening van vijf miljoen euro heeft verstrekt, die het mogelijk maakt om bij de bank aan te kloppen. En omdat we er al draagvlak hebben.”
“Je hebt met zo’n groot project als aanjager vooral succes nodig”, aldus Jaap. “Enerzijds is dat de steun gemeente De Fryske Marren, die al jaren inzien dat glasvezel simpelweg noodzakelijk is voor Fryslân. Anderzijds het draagvlak onder de lokale initiatieven dat er al is. Op dit moment halen wij op elke handtekening voor ‘witte gebieden’ 2,3 handtekeningen voor ‘grijze gebieden’ op. Dus de behoefte aan glasvezel is in een gemeente als De Fryske Marren al groot”.
In het noorden van Fryslân is wat meer zendingswerk nodig. Anja: “Wij hebben daar ook al diverse informatieavonden achter de rug. Het besef dat we de boot niet mogen missen, is er wat kleiner. Maar als ik zie dat er in het noorden van de provincie nu officieel sprake is van een krimpregio, dan denk ik: we moeten er met z’n allen nog veel harder aan trekken. Dat vergt gewoon tijd. Professor Dirk Strijker, die gespecialiseerd is in het platteland, zegt altijd dat elke euro die je in het platteland stopt weggegooid geld is als je geen snel internet hebt. Het is mij een lief ding waard als we er met DFMopGlas en Kabelnoord samen voor zorgen dat de mienskip ook daar aan glasvezel wil. Jaap en ik zeggen weleens tegen elkaar: als we iedereen twee maanden internet konden geven met de snelheid van glasvezel en we draaiden daarna de kraan weer dicht, dan hoefden we niks uit te leggen.”
Jaap: “Zo is dat. En geloof me: iedereen, zorg, onderwijs, bedrijfsleven, is aan het inspelen op de komst van glasvezel. Als wij niet meedoen, worden we echt een achtergebleven gebied, waar de toeristen wegblijven en de huizen onverkoopbaar worden. Daarom zullen wij onze stinkende best doen om iedereen aan een zo goed én goedkoop mogelijke glasvezelaansluiting te helpen.”