Wat is DFMopGlas? december 2017.
DFMopGlas is voluit Coöperatie De Fryske Mienskip op Glas U.A..
De oorsprong van DFMopGlas ligt in gemeente De Fryske Marren. Als voormalig burgerinitiatief zette DFMopGlas zich in voor verbetering van het trage internet in het buitengebied van Fryslân.
Uit onderzoek bleek dat een glasvezelnetwerk de beste oplossing zou zijn voor stabiele, toekomstbestendige en duurzame internetontvangst. Aan de hand van de visie dat de haalbaarheid en continuïteit van een glasvezelnetwerk het beste gediend zou zijn met één groot netwerk is ook contact gezocht met andere glasvezelinitatieven in de provincie Fryslân. Samenwerking met deze initiatieven heeft geleid tot opschaling van ‘De Fryske Marren’ naar ‘De Fryske Mienskip’.
De coöperatie DFMopGlas richt zich op lidmaatschap van burgers en ondernemers die een zogenaamde ‘grijze’ perceelsaansluiting hebben.
Dat DFMopGlas draagvlak heeft, blijkt uit het feit dat van alle bestaande glasvezelinitiatieven en heel veel plaatselijke belangen een steunbetuiging is ontvangen voor de samenwerking met Kabelnoord. Daardoor komt er een oplossing van het internetprobleem voor alle percelen van het buitengebied. Daarmee is er een dekkingsgraad van vrijwel het gehele buitengebied van Fryslân voor dit plan.
Wat is een ‘witte’ en wat is een ‘grijze’ aansluiting?
Op grond van Europese regelgeving is de snelheid waarmee internet bij de woningen binnenkomt en de vraag of het signaal door één of meerdere marktpartijen aangeboden wordt, bepalend voor de vraag of een perceel een ‘witte’ of een ‘grijze’ aansluiting is.
Wit:
Een perceel is een witte aansluiting als er slechts één aanbieder van signaal is en dat signaal onder de 30 Mbit blijft. In Fryslân hebben volgens deze norm 20.600 adressen een wit adres, waar KPN de enige aanbieder is en waarbij de snelheid onder de Europese norm van 30 Mbit blijft.
Grijs:
Een perceel is een grijze aansluiting wanneer er minimaal twee marktpartijen signaal kunnen leveren. In Fryslân zijn dat KPN en Ziggo.
Verder komen bedrijfspanden, recreatieterreinen en –objecten en jachthavens niet voor overheidssteun in aanmerking. Die worden daardoor altijd als grijs geoormerkt, ook al is er maar één aanbieder en/of is de internetsnelheid onvoldoende.
Wat is de rol van de overheid?
Essentieel verschil in wit en grijs is ook, dat de overheid regulerend mag optreden in de witte gebieden omdat er geen marktwerking is. De overheid mag dus bij die percelen ingrijpen om de problematiek op te lossen.
Provincie Fryslân deed dat door via een tenderprocedure, waarbij ze via een lening geld beschikbaar stelt, marktpartijen uit te lokken een plan in te dienen om met een oplossing te komen voor het trage internet van deze witte adressen. Inmiddels is er een beoordeling van de ingediende plannen geweest en is Kabelnoord NV uit Dokkum de tender gegund. Kabelnoord gaat dus op basis van haar plan de witte percelen in Fryslân voorzien van een glasvezelaansluiting, indien de eigenaren van die percelen dat ook willen. Deze eigenaren krijgen via ‘vraagbundeling’ allemaal de keuze of zij glasvezel willen.
Wat is de rol van DFMopGlas?
Het probleem van traag internet van de ‘witte’ aansluitingen speelt ook bij heel veel ‘grijze’ aansluitingen. Ondanks dat er keuze is uit KPN of Ziggo is bij deze aansluitingen niet continu een snelheid van 30 Mbit haalbaar. Voor bedrijven, onderwijs en zorg is dat onwerkbaar, maar ook tv kijken in huishoudens wordt een probleem. Daardoor ontstaat een enorme achterstand ten opzichte van de rest van Nederland.
De oplossing van de provincie via Kabelnoord is maar voor een klein deel van de bewoners van Fryslân een oplossing. De ‘grijze’ aansluitingen liggen niet alleen in dorpen, maar liggen ook verdeeld tussen de ‘witten’. Wie voor ‘wit’ graaft, komt dus altijd langs ‘grijs’.
Nu er geulen gegraven gaan worden voor de aansluiting van deze ‘witten’, kunnen de ‘grijzen’ die aan de route liggen meteen meegenomen worden. Zeker de afgelegen ‘grijzen’, want zij worden anders de nieuwe ‘witten’.
Door tegelijk via de geulen voor het ‘witte’ netwerk een netwerk te realiseren voor deze ‘grijzen’, zorgt de coöperatie ervoor dat ook de gebruikers van de ‘grijze’ percelen een glasvezelaansluiting kunnen krijgen.
Waarom doet DFMopGlas dat?
De gezamenlijke glasvezelinitiatieven zetten zich via DFMopGlas in voor dezelfde oplossing voor de ‘grijze’ aansluitingen als er nu voor de ‘witten’ komt.
Het feit of iemand een witte of grijze aansluiting heeft, is in Brussel bedacht en blijkt ook sterk willekeurig en arbitrair te zijn.
Economische ontwikkeling, werkgelegenheid, onderwijs, allen is internet-afhankelijk geworden. Maar ook de zorg biedt nieuwe additionele dienstverlening op basis van snel internet. In privé-situaties verschuift tv kijken volledig van het traditionele ‘live’ kijken naar online kijken op het moment dat het de gebruiker past en op andere kanalen dan de traditionele tv-zenders (Netflix etc.). Dat vraagt hoge internetsnelheid. Bewoners van het buitengebied hebben net zoveel recht op mee kunnen doen aan de modern samenleving.
Kortom: de leefbaarheid is gediend met snel internet.
Daarnaast: we zijn ‘ien mienskip’ van en voor alle bewoners. Dus ongeacht ‘wit’ of ‘grijs’ moet voor ieder lid van de mienskip een gelijke oplossing komen. Met de samenwerking tussen Kabelnoord en DFMopGlas kan dat ook tegen dezelfde kostprijs per maand.
Om welke aantallen ‘grijzen’ gaat het dan?
Het aantal aansluitingen dat via de provinciale tender een oplossing krijgt, is bekend. Dat zijn er 20.600. Deze liggen verspreid in het buitengebied van Fryslân. Alle andere aansluitingen in Fryslân zijn grijs, uitgezonderd de stad Leeuwarden, enkele bedrijventerreinen en een paar proefgebieden.
De coöperatie richt zich in beginsel op een oplossing van het probleem van het trage internet in het buitengebied en daarmee in eerste instantie op de ‘grijzen’ tussen en aan de tracés naar de ‘witten’.
Omdat het ‘witte’ netwerk binnen drie jaar gerealiseerd moet zijn, kunnen niet alle ‘grijzen’ in het samenwerkingsproject Kabelnoord/DFMopGlas meteen mee. In deze fase gaan we uit van het aansluiten van ongeveer evenveel grijze aansluitingen als witte, met een maximum van 25.000.
Na deze 25.000 volgt een tweede fase: de dorpen van het buitengebied. Uit ervaring weten we dat ook in veel dorpen de internetsnelheid achterblijft. De bewoners en ondernemers van dorpen kunnen, nadat het ‘buitengebied’ ontsloten is, ook een aanbieding krijgen. Dat kan heel snel, indien op voorhand bij de aanleg van het buitengebiednetwerk reeds voorzieningen zijn aangelegd voor toekomstige aansluiting van de dorpen. We verwachten dat eerst de kleinste kernen aangesloten moeten worden en gaan uit van nog eens 25.000 aansluitingen in deze fase.
Hierbij moeten we wel aantekenen dat de situatie per gemeente verschillend is. Gemeenten met meerdere grotere ‘concentrische’ kernen (een dorp rondom een centrum) geven een andere fasering dan gemeenten met bijvoorbeeld lintbebouwingspatronen (aaneengeschakelde bebouwing langs een weg, die toch al open moet voor het witte tracé).
Ook kan er verschil zijn in de ambitie en/of financiële mogelijkheden van de gemeenten om startkapitaal te verschaffen voor de aanleg van het netwerk. De coöperatie is bij de opstart namelijk nog niet bij machte de financiering van de investering in het netwerk volledig via de banken te krijgen. Daarvoor is een zogenaamd eigen vermogen nodig. Gemeenten kunnen de coöperatie een achtergestelde lening verstrekken die als eigen vermogen telt, waardoor de financiering wel rond kan komen.
Welke partijen gaan de aanleg doen?
Er is straks een partij die het witte netwerk realiseert: Kabelnoord. Tegelijk met dit ‘witte’ netwerk wil DFMopGlas aan Kabelnoord opdracht gegeven voor de coöperatie een ‘grijs’ netwerk aan te leggen. Deze netwerken zijn volledig gescheiden, maar worden wel tegelijk gerealiseerd. Het kosten voordeel zit in de gezamenlijke aanpak en het meeleggen in dezelfde geul.
Kabelnoord doet het ontwerpen, graaf- en aanlegwerk ook niet zelf, maar geeft een aannemer opdracht tot uitvoering.
Wanneer wordt het uitgevoerd?
Op grond van de tendercriteria moet Kabelnoord met de aanleg van het ‘witte’ netwerk beginnen uiterlijk zes maanden na ondertekening van de financieringsovereenkomst met de provincie. Naar verwachting is de financieringsovereenkomst eind november gereed en is de start van de aanleg te verwachten medio april 2018.
De planning van het aanleggen wordt in januari 2018 bekend gemaakt.
VRAGEN GEMEENTEN
Hoeveel aansluitingen worden er bovenop de witte aansluitingen extra aangesloten op glasvezel?
Dat is niet exact te zeggen. In de eerste fase willen we alle grijze aansluitingen die direct aan de geul liggen die gegraven wordt voor de witte aansluitingen aansluiten. Dat gaat om ongeveer 20.000 adressen. Dat willen we gelijk doen met de aanleg van de witte aansluitingen omdat er dan maar één keer gegraven hoeft te worden. Aangezien graafkosten zo’n 70 procent van de totale kosten vormen, moet je proberen extra graafwerkzaamheden te vermijden.
Na die eerste fase komt er een tweede fase, waarin DFMopGlas, afhankelijk van de animo en het beschikbare budget, nog eens 40.000 tot 60.000 adressen in kernen tot circa 300 adressen elk wil aansluiten op glasvezel.
Welk risico lopen gemeenten met het verstrekken van een achtergestelde lening aan DFMopGlas?
Geen. DFMopGlas legt alleen glasvezel aan als er voldoende deelnemers zijn. De deelnemers tekenen ervoor dat ze de aansluitkosten terugbetalen via een overeenkomst met de coöperatie. De overige onzekerheden, zoals beheer en onderhoud van het netwerk en de aanbieding van diensten, brengt DFMopGlas onder bij Kabelnoord. Dus wij hebben alle mogelijke zekerheden ingebouwd om de leningen keurig terug te betalen.
Waarom zouden gemeenten deze lening verstrekken aan DFMopGlas en niet aan een andere partij?
Ten eerste omdat DFMopGlas de enige partij is die met Kabelnoord een overeenkomst heeft over het aansluiten van de grijze adressen. Ten tweede omdat DFMopGlas een coöperatie is, die eigendom is van de eigen deelnemende inwoners van Fryslân en niet van een commercieel bedrijf. En ten derde omdat DFMopGlas iedereen willen aansluiten en niet alleen de krenten uit de pap wil halen.
Is er als gemeenten DFMopGlas een lening verstrekken geen sprake van ongeoorloofde staatssteun?
Wij hebben ons juridisch goed laten adviseren en de conclusie was: nee. De leningen moeten natuurlijk aan allerlei voorwaarden voldoen, maar dan mag de overheid gewoon achtergestelde leningen verstrekken. Dat moet wel tegen een marktconform tarief gebeuren en in gemeente De Fryske Marren is dat dan ook zo overeengekomen.
Waarom moeten gemeenten dit jaar nog beslissen?
Dat heeft te maken met de eisen die aan Kabelnoord zijn gesteld. Kabelnoord moet binnen een halfjaar beginnen en binnen drie jaar klaar zijn. Als DFMopGlas mee wil liften bij het graven van de grond, moet het geld beschikbaar zijn zodra Kabelnoord ergens in de provincie begint. Als Kabelnoord ergens begint en DFMopGlas heeft voor die locatie de lening van de gemeente en de bank niet binnen, dan worden de grijze adressen daar niet aangesloten. Verder worden deze maanden de begrotingen voor 2018 vastgesteld, dus dan kan het worden meegenomen in de reguliere begroting.
Kunnen hele wijken, dorpen en bedrijventerreinen ook in een later stadium worden ‘aangesloten’ op het netwerk van DFMopGlas?
Alleen als DFMopGlas bij het aanleggen van de hoofdstructuur daar rekening mee houdt. Concreet betekent dat: als er aansluitkasten worden neergezet en lege buizen worden gelegd in de geul die open gaat. Als dat nu niet gebeurt en een gemeente wil over drie jaar alsnog verglazen, dan moet alles weer open, met alle financiële consequenties van dien. Daarom zegt DFMopGlas steeds: het is nu of niet. Gemeenten die nu niet meedoen, weten dat er voor jaren geen glasvezel komt.
Waarom moeten we investeren in glasvezel en niet in oplossingen via het draadloze 4G/5G-netwerk?
Op 5G wachten duurt zeker zeven tot tien jaar. De reikwijdte van een antenne is daarbij een vijfde van een 4G-antenne. Dus je hebt sowieso negen tot tien keer zoveel antennes nodig. En dat van alle vier de aanbieders. DFMopGlas ziet die aanbieders die investeringen niet doen in het buitengebied, waar de ontvangst van 4G nu soms ook al dramatisch slecht is. Het is simpelweg geen goed alternatief.
Hoe wordt bij DFMopGlas de continuïteit gewaarborgd?
DFMopGlas wil alleen eigenaar worden van het glasvezelnetwerk, de kabel. Alle overige zaken en apparatuur worden ingehuurd bij gerenommeerde marktpartijen, voor de aanleg, onderhoud, beheer en dienstverlening, om zo alle risico’s uit de financiering te houden en zo zekerheid te geven aan de overheid en de deelnemers die zich voor twintig jaar committeren. En daarnaast door toezichthouders in de Raad van Commissarissen en de Ledenraad, die in een coöperatie het hoogste orgaan is.
Waarom moeten gemeenten DFMopGlas geld lenen en niet de provincie?
Bij de provincie is 12 miljoen euro bestemd voor internet op de grijze adressen, maar het is volstrekt onbekend hoe dat over de provincie verdeeld wordt en wanneer. Gemeenten moeten dus niet afwachten tot de provincie wat doet, maar verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen bevolking. De gemeente De Fryske Marren heeft dat als eerste gedaan en DFMopGlas gaat er van uit dat andere gemeenten ook het belang inzien van glasvezel voor al hun inwoners. Bovendien kost het ze uiteindelijk niets. Sterker: ze kunnen zelf lenen tegen 0,5 procent en aan ons uitlenen tegen een veel hoger percentage.